Ten oosten van Tienen verkennen we de Getevallei. Door velden en langs enkele boomgaarden stappen we naar Wommersom. Na een klimmetje met als beloning een weids uitzicht over de vallei, passeren we het kerkje en slaan verderop linksaf. Dit straatje botst op de Gete, die we stroomafwaarts volgen. Het pad meandert schilderachtig mee met het water. Voorbij de afslag naar het natuurreservaat Doysbroek, gaat het in rechte lijn tot bij een liefdesbrugje, onderdeel van het natuurgebied grote ge(k)te. We volgen de bordjes naar rechts en proberen aan de hand van de tips, te raden over welk dier het gaat. Een bijzonder leuk en leerrijk pad! En ook avontuurlijk: geregeld springen we over beekjes en veren op over de zompige bodem. Gelukkig ligt er een knuppelpad daar waar het bos onder water staat.
Na de weidebeekjuffer, volgt een stukje kasseiweg en steken we de Gete over. We slaan de voormalige spoorweg in naar links en passeren algauw een grote schuilhut, de startplek van het kamsalamanderpad. Al hebben we reeds 10 km in ons benen, de charme van deze plek verleidt ons tot een extraatje langs de klauterheuvel tot bij de waterspitsmuis en terug. Nog even genieten van een deugddoende rustpauze alvorens het laatste, rechte stuk langs de oude spoorwegbedding aan te vatten. Zo passeren we het station van Neerlinter, de Gete en het station van Oplinter. Ruim een kilometer verderop gaat het via een onverharde weg door het Tiens broek, nagenoeg tot bij de startplaats. Tip: jonge kinderen kunnen het grotendeels verharde parcours afleggen met fiets of step!