Het historische centrum van Couvin is gebouwd op een overhangende rots, aan de voet van de Eau Noire. We stappen naar de kerk en nemen rechts de trappen onder de valse poort. Wat verder volgen we een stukje van de oude omwalling. Bij een kruispunt nemen we rechts. Het eerstvolgende steil dalende straatje brengt ons bij de Eau Noire. Terugkeren langs het water met rechts van ons de Falaise. Deze rots was al in de prehistorie bewoond, maar deze Cavernes zijn momenteel niet meer te bezoeken.

In Aquascope maken we op een boeiende manier kennis met het leven in en rond het meer van Virelles. Het ontdekkingspad leidt langs, door en over het water en tussen de boomkruinen.
Vanuit Aquascope volgen we de blauwe wandeling naar het bos van Blaimont. Langs een bloemenzee bereiken we een voormalige smeltoven, aan de rand van het bos. Meteen klimt het tot bij een splitsing van boswegen. Rechtdoor volgen tot bij een asfaltwegje. Naar rechts en een oude spoorweg over. Nu dalen we af naar een kruispuntje. Hier het smalle paadje nemen langs de oever van de Eau Blanche. Anderhalve kilometer verder staan we aan de voet van een reusachtig viaduct, maar nauwelijks zichtbaar in dit smal, bebost dal. Nog 600 m dit schilderachtige pad volgen en we staan weer bij de weg.

In Mariembourg bezoeken we de Brasserie des Fagnes. Onderweg naar het hotel moeten we stoppen voor de stoomtrein. Vanuit Mariembourg rijdt hij naar het treinmuseum in Treignes. Onderweg stopt hij ook in Vierves, waar we verblijven in hotel "Le petit Mesnil", maar een treinrit zal voor een andere keer zijn.